Vandaag de dag is een wereld zonder gebruik te maken van elektriciteit ondenkbaar. Op Elektrobode zie je waarom.
Elektriciteit is niet uitgevonden door mensen, het moest alleen ontdekt worden. De eerste mensen op aarde hebben zonder enige twijfel gekeken naar de bliksem en zich hebben afgevraagd hoe dit wonderlijk verschijnsel was ontstaan. De Egyptenaren hadden ontzag voor sommige vissen die een mens een pijnlijke schok konden geven. Ze beschouwden deze sidderalen in de Nijl als de beschermers van andere vissen. Ook werd de statische elektrische tijd al ver voor onze jaartelling beschreven. Als barnsteen werd opgewreven met een doekje trok het ineens lichte voorwerpen zoals pluisjes aan. In de 19e kwam het wetenschappelijk onderzoek naar elektriciteit echt op gang. In de 20e eeuw kwamen er steeds meer technische toepassingen. Vandaag de dag geeft de blik op een site als elektrobode een goed idee wat er al mogelijk is.
Een korte blik op de grote namen die verbonden zijn met elektriciteit
In 1646 gebruikte de Britse schrijver Thomas Browne het woord ‘electricity’ voor de eerste keer in zijn wetenschappelijk werk. Er werd in de volgende eeuwen steeds meer onderzoek gedaan naar dit verschijnsel. Men dacht dat stroom en spanning bij elektriciteit twee verschillende grootheden waren, maar de Duitse wiskundige George Ohm bewees dat er een verband tussen bestond. De Franse wiskundige Andre-Marie Ampère ontdekte dat draden waarin de stroom dezelfde kant opging elkaar aantrokken en dat er een afstotend effect was bij een verschillende stroomrichting. Een belangrijke ontdekking voor toekomstige toepassingen. De Italiaans natuurkundige Graaf Alessandro Volta ontwikkelde de eerste batterij. De namen van deze wetenschappers zijn inmiddels onlosmakelijk met elektriciteit verbonden.
De eerste technische toepassingen
Vandaag de dag zijn we het gewoon dat vrijwel ieder apparaat in onze huishouding wordt aangedreven door elektriciteit. Voor verlichting is deze energiebron vrijwel onmisbaar en ook koken en verwarming is vaak (ten dele of helemaal) gebaseerd op elektriciteit. Maar in het verleden werden de mogelijkheden van deze krachtbron nog onderschat.
Een van de eerste toepassingen van elektriciteit was het verzenden van berichten over grote afstand. Het was vooral het werk van de Amerikaan Samuel Morse dat telegrafie mogelijk werd op grote schaal . Al snel daarna werd de telefoon ontwikkeld en hoewel de naam Graham Bell daarmee nog altijd verbonden is, was het eigenlijk de Duitser Philip Reis die een werkend apparaat had gemaakt dat hij telephon noemde.
Een snelle industriële revolutie
Door de ontwikkeling van de dynamo was het mogelijk om op grote schaal goedkope elektriciteit te fabriceren en op basis hiervan werd de industriële revolutie versneld. Toch bleef de stoommachine in eerste instantie de voorkeur houden boven een elektromotor. Door het werk van de Britten Gramme en Fortaine werd een motor ontwikkeld die de stoommachine ouderwets maakte.
Verlichting was de volgende stap. Hoewel onderzoekers al in 1810 aantoonden dat met elektriciteit ook een ruimte kon worden verlicht, moest er gewacht worden op een volgende uitvinding om dat licht in de huiskamer te brengen: de gloeilamp. Hoewel hij de gloeilamp niet uitvond zal de naam van Thomas Alva Edison verbonden blijven met verlichting. Hij was de eerste die een compleet systeem voor verlichting van woningen ontwierp.